De doelstelling van Rabobank om in 2020 een volledig digitale bank te zijn, heeft grote gevolgen voor de rol van lokale bankkantoren. Volgens het FD presenteert de bank op 6 maart plannen om het aantal van 103 lokale kantoren terug te brengen tot twaalf regionale ‘hoofdkantoren’ en 78 kleinere vestigingen. De krant baseert zich op meerdere ingewijden bij de bank.
De hoofdkantoren zouden zwaar worden bemand en het totale dienstenpakket van Rabobank aanbieden, terwijl de kleinere kantoren nog enkel de meest basale dienstverlening zouden leveren. Rabobank verwacht volgens het FD zo’n vijfduizend banen te kunnen schrappen met de plannen; dit zijn banen die al onderdeel waren van een eerder aangekondigde sanering van twaalfduizend banen.
Volgens het FD dubt Rabobank nog over de vraag hoe de verdere centralisatie te rijmen valt met het coöperatieve karakter van de bank, met relatief veel zeggenschap voor lokale Rabobanken. Topman Wiebe Draijer gaf eerder aan dat juist het coöperatieve karakter en de lokale aanwezigheid Rabobank zouden moeten onderscheiden van concurrenten ING en ABN Amro.
Reden voor Rabobank om drastisch in de kosten te snijden zijn de relatief hoge kosten. Rabobank moet ruim 70 cent kosten maken voor elke euro omzet, en is daarmee duurder uit dan de concurrentie.
In een reactie aan het FD stelt een woordvoerder dat de plannen in lijn zijn met de eerder aangekondigde strategie en dat de lokale kantoren ook na de aanpassing nog in staat zullen zijn “om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de lokale gemeenschap”.